woensdag, januari 22, 2014

Inktzwart





Aan de tafel bij het raam zit een meisje onafgebroken te telefoneren. Ze rookt een sigaret, drinkt af en toe wat rode wijn en houdt haar blik gericht op de steeg. Ze heeft lang, donker haar, zoals de meeste meisjes hier. Er zijn er die hun haren blond verven. Soms staat dat, zelf vind ik het origineel meestal bekoorlijker. Een studente. Haar toon is zacht, bescheiden. Waar ik zit, aan de stamtafel, is haar stem nauwelijks te horen. Dat is bijzonder. De meeste mensen zijn gewend elkaar te beschreeuwen, zodat een gewoon gesprek al snel lijkt op een flinke ruzie.

Het is vroeg op de avond. Ik ben even binnengerold voor een borrel, om de tijd te doden tot mijn afspraak met de weduwe van een bekende, te jong gestorven dichter. Dat is alweer twintig jaar geleden, dat overlijden. Ik herinner mij een grote, ernstige man met grijs haar en een mager, getekend gezicht. Stella en ik waren op bezoek om zijn medewerking aan een tijdschrift te vragen. Hij leek mij erg oud, maar inmiddels ben ik zes jaar ouder dan hij op de dag van zijn dood, enkele maanden na ons bezoek. Mijn baard is grijs, maar ik voel mij meestal drieëntwintig.

Het meisje is eindelijk uitgepraat. Met haar telefoon in de ene hand en het glas wijn in de andere, komt ze aan de stamtafel zitten. Ze blijkt Agoritsa te kennen, die vandaag het etablissement gaande houdt. Altijd in salwar kameez, al is dit het uiterste westen van het oosten, waar gehakt nog net kimá heet. Het meisje heeft een zorgelijke, wat peinzende oogopslag. Ze stelt zich voor en glimlacht heel even als ze hoort waar ik vandaan kom. Even later, als ik opsta om naar mijn afspraak te gaan, geeft ze mij een briefje met haar telefoonnummer. Ik berg het op bij de andere briefjes met telefoonnummers. Bij al die andere vertwijfelde, jonge mensen die naar Nederland willen, omdat hier de toekomst inktzwart boven de bergen hangt.

©Kees Klok


1 opmerking:

Edjo zei

ingetogen, sfeervolle "kronkel" - mooi hoor Kees!