Gerard
Reve schrijft ergens dat het onzin is om je druk te maken over
Nederland, omdat dat land over vijfhonderd jaar toch is ondergelopen.
Iets in die trant. Daar zit wat in, denk ik. De helft van het land
ligt al onder de zeespiegel en die zeespiegel is aan het stijgen,
terwijl de bodem aan het dalen is. Druk heb ik mij er tot nu niet
over gemaakt. Het zou allemaal zo langzaam gaan dat ik en vele
generaties na mij het niet meer zouden meemaken. Vijfhonderd jaar,
ach, het zal wat, dacht ik, in die tussentijd wordt er wel een
oplossing gevonden.
Vijfhonderd
jaar geleden was het 1513. Nederland bestond nog niet. Er was wel
sprake van de Bourgondische Nederlanden, een verzameling
graafschapjes en hertogdommen, die grotendeels in een los-vast
verband zaten onder Karel van Luxemburg, later bekend als Karel V von
Habsburg. Een dertienjarig kereltje dat onder voogdij stond van opa
Maximiliaan, na het overlijden van vader Filips in 1506.
Drie jaar later zou hij het heft in handen nemen over onze streken
als Heer der Nederlanden.
Die
Nederlanden bestonden uit veel meer water dan nu. Beroemde
droogmakerijen als de Beemster en de Purmer lagen nog ver in de
toekomst. Het zou nog tweeënzestig jaar duren tot de geboorte van
Jan Adriaanszoon, de man die zich vanaf 1605 tooide met de naam
Leeghwater en van die naam zijn beroep zou maken. Toen hadden de
Habsburgers in het noorden van de Nederlanden, laten we het voor het
gemak alleen maar even over Holland hebben, al niets meer in te
brengen. Steenrijke regenten begonnen hun centjes te beleggen in het
droogmalen van het land. Sindsdien denkt men in het buitenland dat
niet de natuur, of een of ander opperwezen, Holland heeft geschapen,
maar dat de Hollanders dat zelf hebben gedaan.
Ik
kom weleens in Griekenland en ben daar standaard beducht voor
aardbevingen. Je hoort ze niet aankomen, je voelt ze niet van tevoren
en ze kunnen de vreselijkste verwoestingen veroorzaken. Het
appartementengebouw waar ik in Thessaloniki nu en dan verblijf is
gebouwd volgens de strengste veiligheidsnormen. Dat beweert de
aannemer. Of dat zo is, zal blijken bij de volgende zware beving. In
1978 was er zo een. Het gebouw heeft die overleefd, daar houden we
ons maar aan vast. Ik heb het ook niet zo op water, maar daar kun je
je meestal tegen te weer stellen. Zandzakken voor de deur en een
opblaasboot op zolder.
Dat
dacht ik tot gisteravond. Ik zag een programma op de televisie over
razendsnel smeltend ijs op Groenland. In dertig jaar tijd is eenderde
al verdwenen en dat zal de komende twintig jaar steeds sneller zal
gaan, is de verwachting. Zonder die ijskap stijgt de zeespiegel zeven
meter en kan de warme golfstroom uit de Mexicaanse Golf zijn koers
verleggen, zodat Europa in een ijstijd terecht komt. Ach ja, dacht
ik, onheilsprofeten zijn van alle tijden. Tot ik zag hoe het water
een stevige brug wegspoelde en hoorde hoe fijn de Groenlanders het
eigenlijk vinden, want nu wordt een enorme hoeveelheid delfstoffen
bereikbaar voor exploitatie. Ik vrees dat het geen vijfhonderd jaar
meer gaat duren. Misschien moeten we op zoek naar een nieuwe
Leeghwater, of lid worden van Duitsland, zodat we in geval van nood
een eindje naar het oosten kunnen verhuizen.
©Kees
Klok
Geen opmerkingen:
Een reactie posten