donderdag, maart 22, 2018

Reisbrief (4)




Lieve Stella,

Er ligt een dun laagje sneeuw op de daken en toen ik gisteravond terugliep naar het hotel, was het hier en daar glad op straat. Er stond een snijdende oostenwind. In het hotel kunnen ze het maar ternauwernood een beetje warm houden. Toch liep een van de meisjes van de bediening vanmorgen bij het ontbijt in een bloesje met korte mouwen, alsof de lente alweer volop terug is. Vrijdag zag ik een enkele halvegare in een korte broek op straat, maar toen was het nog dertien graden met volop zon.

Ik heb mijn heil gisteren na het ontbijt in het Fitzwilliam Museum gezocht. Een rijke collectie, maar nogal overdadig, chaotisch geëxposeerd, zodat niets echt tot zijn recht komt. Alsof de collecties van het Dordrechts Museum en Museum van Gijn op tamelijk willekeurige wijze zijn gemengd. Ik heb wel genoten, want er was veel moois en interessants, waaronder een Rembrandt en een kleine, maar fraaie collectie Barbizon en impressionisten. Dat genot werd nu en dan wat getemperd door een langstrekkende kudde middelbare scholieren, waarvan de meesten niet of nauwelijks in het getoonde geïnteresseerd leken. Ik heb er geluncht en na een paar uur rondzwerven ondanks de wind nog een wandelingetje door Cambridge gemaakt. Jij zou vooral hebben genoten van de uitgebreide collectie aardewerk.

Cambridge in een vliegende, ijskoude oosterstorm is een heel ander Cambridge dan met zonnig lenteweer. Geen punter meer te zien op de Cam, al waren er toch nog behoorlijk veel toeristen. Ze lopen rond, maken foto's, vooral van zichzelf, maar blowen niet, zoals in Amsterdam. Ook is Cambridge beduidend schoner dan onze verloederde hoofdstad. Na een half uur was ik de wind zat en ben ik naar het hotel gegaan om in de bar op Jeanine te wachten. Van Joanne Limburg* kreeg ik vrijdag bericht dat zij en Chris allebei griep hebben, dus ik verwacht hen niet te zien. Misschien beter, want met twee lezingen in zicht, zit ik niet op griep te wachten.

Ik heb Jeanine uit eten genomen bij Jamie's Italian. Daarvoor dronken we iets in een pub aan de rivier waar twee televisies stonden te loeien, waarnaar ogenschijnlijk niemand keek. In de zomer kun je mooi aan het water zitten, maar nu kon de kachel het, ondanks de drukte, nauwelijks aan. Bij Jamie's hadden ze geen pizza's. Terecht, want lekkerder dan bij Costa d'Oro in Dordrecht kan niet, maar de ravioli met champignons was heerlijk. De wijn en de Italiaanse brandy trouwens ook. Daarna ging Jeanine naar huis, want over een paar dagen komt ze even naar Nederland en er lag nog wat werk om af te maken. Ik heb nog een afzakker in de bar genomen, na een enigszins riskante wandeling, vanwege de gladheid.

Tijdens die afzakker keek ik op mijn iPad en zag een bericht dat de dichter Ef Starik dood is. Negenenvijftig. Een hartstilstand. Die jongen heeft dus minder geluk gehad dan ik. We traden ooit samen op bij Dichters in de Prinsentuin. Toen kwam hij heel sympathiek over, maar veel contact hadden we daarna niet meer. Ja, een beetje, via Facebook. Ik had hem jonger geschat. Het werd op slag kouder in de bar. Na één glas wijn ben ik nog een uurtje gaan lezen op mijn kamer. De radiator voluit open, onder het dekbed, met mijn wintersokken aan.

(wordt vervolgd)

Foto: Kees Klok

*Schrijfster. Ik vertaalde haar dichtbundel femenismo (uitgave: Liverse).


Geen opmerkingen: