Nog geen maand geleden werd mijn boek Met gemengde gevoelens op reis. Brieven aan Stella in mijn stamcafé Visser gepresenteerd. De tijd vliegt, luidt het cliché. 'Nee,' placht stadsdichter Jan Eijkelboom te zeggen op bijeenkomsten van de Dordtse Dichterskring, 'niet de tijd vliegt, wij stormen door de tijd.' Inmiddels zijn we aanbeland op de laatste dag van het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw. Over een paar uur zullen er weer honderden gewonden vallen en zullen misschien ook wel meerdere mensen sneuvelen in de veldslag die de Nederlander van de jaarwisseling maakt. Het hele land, waar je anders voortdurend wordt lastiggevallen door anti-rookzeikerds en doorgeslagen milieulio's, een oorlogszone! Fascinerend zoals een toch al tot doorslaan geneigd, matig beschaafd en matig opgevoed volk een op zich aardige traditie (het met lawaai en licht verjagen van boze geesten, de Germanen deden het al) volkomen uit de hand heeft laten lopen.
Zo volkomen dat het hoog tijd wordt om in te grijpen. Niet alleen omdat tijdens het hoogtepunt van de burgeroorlog idioot veel slachtoffers vallen, nee, onder meer ook omdat de dwaasheid al eerder begint. De eerste ernstig gewonden vielen enkele dagen geleden al. Vannacht om vijf uur werd mijn buurt opgeschrikt door een of andere a-sociaal die nog steeds liep te knallen. Ik begrijp de fascinatie voor dat vuurwerk wel en met een goede balans van beschaving, opvoeding en gezond verstand zou een verbod niet nodig zijn. Die balans ontbreekt echter bij een deel van de inwoners van ons land. Dat pubertjes over de schreef gaan, voilà, dat doen pubertjes vaker, maar dat volwassen kerels als idioten te keer gaan is goed beschouwd behoorlijk zielig. Ook zielig is dat verwende-kinderen-gedrag van Haagse onruststokers die hun vreugdevuur niet mogen houden, omdat ze die 'traditie' vorig jaar tot bijna rampzalige proporties uit de hand hebben laten lopen. Overigens onder de gesloten ogen van de gemeente Den Haag, die wat dat betreft vele kilo's boter op het hoofd heeft. Dit jaar dus op het strand geen polonaise. Wie niet horen wil moet maar voelen. Doe een keer normaal, dan mag je volgende jaar je fikkie misschien weer stoken.
Ik had willen stilstaan bij die afgelopen twee decennia. Bij alles wat er in mijn leven veranderde door sterfgevallen en geboortes in de familie- en vriendenkring, door nieuwe vriendschappen en ervaringen, zoals het verlaten van het onderwijs en de publicatie van een aantal boeken. Bij al die kleine en grote gebeurtenissen die hun invloed hebben gehad. Ik had willen stilstaan bij menselijke kwaadaardigheden als de aanslagen van 11 september 2001, de onverstandige, Westerse interventies in het Nabije Oosten, waardoor met name de VS, zoals Maarten van Rossem terecht beweert, ongewild een terreurbeweging als IS heeft geschapen, bij de Brexit, die naar het zich laat aanzien een ramp voor het Verenigd Koninkrijk gaat worden. De wereldmacht van weleer leed vergeleken bij imperia als het Perzische, het Romeinse of het Chinese, al een kortstondig bestaan, maar de reductie tot wat het eigenlijk in de aard is, een klein eiland voor de westkust van Europa, gaat nu door eigen blindheid wel supersnel. Ach, ze komen wel weer terug, die Engelsen, ooit, met hangende pootjes, nadat de Ieren zich hebben verenigd, de Schotten zich hebben afgescheiden en de Welsh misschien ook wel dat voorbeeld hebben gevolgd. Als een sneu, berooid volk. Triest want hoe je het ook wendt of keert en of ze het willen of niet, het zijn wel onze vrienden. Ik laat dit alles verder echter onbesproken. Het is elf uur in de ochtend, overal wordt alweer geknald en ik ben daar schijtziek van. Ik denk dat ik tot volgend jaar maar met een kussen over mijn kop onder het bed ga liggen, net als de kat.
Afbeelding: archief auteur