woensdag, juli 29, 2020

Warnaar: Cleopatra



Met behulp van de buurjongen kortwiekt hij zijn liguster. Hij met de heggenschaar, de buurjongen met hark en bezem om het afval op te ruimen. Het is benauwd, drukkend weer, maar de buienradar toont geen buien. De was hangt buiten. Hij vindt het een vrolijk gezicht.

Soms zegt de buurjongen iets dat hij niet hoort. Dan praat hij tegen zijn verkeerde oor. Dat doet de laatste dagen raar. Als hij 's morgens opstaat, hoort hij aan de ene kant vrijwel niets. In de loop van de dag trekt het enigszins bij, maar toch hoort hij dan nog een stuk minder dan met het andere. Hij moet naar de doktersassistente om het te laten uitspuiten, maar val je zo'n meisje daar in deze bizarre coronatijd voor lastig?

De buurjongen steekt een paar ligustertakken achter zijn oren en zegt dat hij nu net Julius Caesar is. Warnaar vertelt dat het daar slecht mee is afgelopen. Vermoord door Brutus. Over die moord heeft de basisschooljuf het nog niet gehad. Hij legt het uit, prettig verrast dat het onderwerp kennelijk toch nog in de klas ter sprake komt. Hij denkt aan Cleopatra, maar houdt zich in. Je kunt de liefde voor het verleden niet vroeg genoeg laten ontluiken, maar het moet niet te spannend worden. Dan valt het later alleen maar tegen.

Foto: auteur

zondag, juli 26, 2020

Warnaar: We'll meet again



Hij herinnert zich het mooiste meisje van de klas. Natalie was in zijn ogen van een ongekende schoonheid. Zo mooi dat hij haar niet durfde benaderen. In de spiegel zag hij 's morgens een magere, vijftienjarige puistenkop met meklboerenhondenhaar. Om iets aan zijn zelfbeeld te doen, ging hij roken. In het begin nog illegaal, maar al snel hadden zijn ouders zich erbij neergelegd.

Tijdens de traditionele schoolreis van de derde klas naar het toen nog exotische Luxemburg, raakte ze zwanger van Simon, een jongen die over iedere klas minstens twee jaar deed, maar wel heel goed was in gymnastiek. Ze verdween van school, hij bleef. Op dezelfde reis kreeg een jonge leraar 'iets' met een klasgenote. Niet het mooiste, wel het brutaalste meisje van de klas. Ook hij bleef. Zij verdween naar een andere school. Toen ze haar diploma had behaald, trouwden ze.

In Luxemburg moesten ze om tien uur op de slaapzaal zijn, om tijdig te gaan slapen. De bonte avond waarmee het uitje werd afgesloten, duurde tot kwart voor tien. Er werd gedanst op de muziek van meegebrachte platen van de leraar Engels. Geregeld zette hij iets van Vera Lynn op. We'll meet again. Jaren later hoopte hij Natalie nog eens te zien op een reünie, maar iemand wist dat ze al lang geleden was gestorven.



Foto: auteur

vrijdag, juli 24, 2020

Warnaar: Joker



Hij gelooft niet in complottheorieën, maar hij vindt het wel opvallend hoe sommige media de angst voor het covid-19 virus er inhouden. Zelfs zijn ochtendblad, dat een goede reputatie heeft, komt iedere morgen met een schreeuwerige, angstopwekkende kop. Het artikel eronder is dan wel weer redelijk afgewogen, maar de toon is gezet. Op de radio constateert hij dat op sluipende wijze de druk tot het dragen van mondmaskers wordt opgevoerd. Dwars tegen de opvatting van het RIVM in, dat het dragen van maskers in openbare ruimtes niet nodig acht. 

Het nut van niet-medische maskers is nog steeds niet bewezen, maar hij denkt dat een door angst verblinde minderheid erin gelooft en net als bij het christendom, dat in de late oudheid als dwaasheid van een groepje excentriekelingen werd beschouwd, moet dat geloof er bij ongelovigen zoals Warnaar, desnoods te vuur en te zwaard worden ingemept. Maskers vormen bij verkeerd gebruik (en wie leest de gebruiksaanwijzing?) eerder een gevaar dan een bescherming en je loopt er ook nog mee voor joker.

Nu hoort hij weer dat iemand van Horeca Nederland niet tegen mondmaskers in de horeca is. Gelooft die man werkelijk dat we bier gaan drinken of een hapje gaan eten met zo'n snuitlap op? Erger, gelooft hij werkelijk dat Warnaar dan nog één stap in de kroeg zet?

donderdag, juli 23, 2020

Warnaar: Vaste gewoonten



Hij herinnert zich dat zijn Dordtse grootouders in de woonkamer een kolenkachel annex fornuis hadden staan. Het ding was van boven plat, je kon er als het moest op koken. 's Morgens werd een flinke pot koffie gezet, hij meent zich een pot van metaal te herinneren, die de hele dag op het fornuis warm werd gehouden. Hij moet er niet aan denken hoe het spul aan het eind van de middag smaakte. Zijn grootvader schonk tegen die tijd onverschrokken het laatste bakje in, voordat hij zijn dagelijkse jenevertje van zes uur, zes uur precies, tot zich nam. 

Zijn grootvader was een man van vaste gewoonten. Warnaar betrapt zich er weleens op dat hij dat eigenlijk ook is. Om half één lunch, om half vijf de stamkroeg, om zeven uur avondeten, al dan niet buiten de deur. Daarom vond hij het weleens moeilijk zich tijdens de coronacrisis aan te passen. 

Dat vindt hij eigenlijk nog. In het voorjaar een paar weken naar Griekenland, in het najaar een paar weken naar Griekenland. Af en toe even snel tussendoor, om een vriend of familielid te verrassen, of voor de herdenking van een overledene. Dat doen ze daar na veertig dagen. Hij is geïrriteerd omdat dat ritme dit jaar onverwacht werd onderbroken en omdat hij nog steeds twijfelt over het najaar.

Foto: auteur

maandag, juli 20, 2020

Warnaar: Sigaar



Op de radio hoort hij een pas afgestudeerde studente van de Pabo enthousiast vertellen over het onderwijs. Ze heeft net haar diploma gekregen uit handen van de minister, vandaar de radio-aandacht, maar staat al een tijdje voor de klas. Ze vindt het lesgeven fijn, houdt van de omgang met kinderen en tja, er komt nog het een en ander bij wat minder is, maar dat neemt ze voor lief. 

Hij denkt aan het begin van zijn eigen onderwijscarrière, vele jaren geleden. In zijn eerste klas zaten achtendertig leerlingen. Hij had er geen kind aan. Tijdens zijn studie was hij vooral kwekeling, zoals het heette, op achterbuurtscholen. Tegenwoordig moet je achterstandswijk zeggen, meent hij, maar hij is niet zo van het politiek correcte. Zijn achtendertig dorpskinderen waren vooral ijverig, beleefd en nieuwsgierig, ondanks dat ruim de helft import was uit Rotterdam. Toen hij in het onderwijs begon wilde niemand graag in Rotterdam lesgeven, je kreeg vrijstelling van militaire dienst als je voor vijf jaar tekende voor het havenfront.

Het waren de jaren dat door leraren, 'onderwijzer' heetten ze nog, onbekommerd voor de klas werd gerookt. Op een dag kwam de inspecteur langs. Hij was amper binnen of hij stak een dikke sigaar op. Hij hoorde nooit een klacht of protest. Internet, Twitter, Facebook en smartphones waren nog science fiction.

Foto: auteur

vrijdag, juli 17, 2020

Warnaar: Kweker



De orchidee, die hij aan het begin van de coronacrisis kocht, staat al die weken al in bloei. 'Iedere zaterdag één slokje', had de vrouw van de bloemisterij gezegd. Z'n vorige orchidee ging ongeveer tegelijkertijd dood met zijn vrouw, die een groot orchideeënliefhebster was. Hij had de plant onwetend te veel water gegeven. Het ding letterlijk verzopen. Hij dacht er nooit aan een nieuwe te kopen, tot hij er in de bloemenwinkel zo'n beetje over struikelde. Hij vindt haar prachtig en ze lijkt iedere dag mooier te worden, zoals een meisje dat uitgroeit van bakvis tot vrouw.

In zijn studententijd kwam hij over de vloer bij een oudere kunstenaar, die schilderde in de stijl van Dali. Als hij dronken was, en dat was hij vaak, kon hij perfect het geluid van een bromfiets nabootsen. Een opgevoerde, met een gat in de knalpijp. Hij genoot enig aanzien in de stad omdat hij uiterlijk iets had van Van Gogh, zich even miskend betoonde en familie was van een beroemd verzetsstrijdster. Hij was ook goed in het nabootsen van een mitrailleur.

Hij deed ook aan fotografie en leerde Warnaar het gebruik van een doka. Het liefst fotografeerde hij meisjes in de vrije natuur. Later nam de drank het over van de kunst. Hij ging orchideeën kweken en niet lang daarna dood.

Foto: auteur

dinsdag, juli 14, 2020

Warnaar: De echte wereld



De Engelse avonturier, oorlogsheld en reisschrijver Patrick Leigh Fermor trok zich met enige regelmaat terug in een klooster in Noord-Frankrijk om een tijdje rustig te kunnen schrijven. Het ene klooster was een groter succes dan het andere. Warnaar meende dat hij ook maar eens naar een klooster moest. Om een paar weken goed na te denken over zijn vak, de geschiedschrijving, al vertoefde hij er voornamelijk in het proeflokaal van de aan de abdij verbonden bierbrouwerij.

Hij bezocht ooit een klooster in de monnikenrepubliek op het schiereiland Athos in Griekenland. Daar wordt geen bier gebrouwen, maar tsipouro gestookt. Vrouwen mogen er niet komen. Athos is naar het idee van de monniken het exclusieve domein van de maagd Maria. Klaarblijkelijk een nogal jaloerse vrouw, die haar monniken volgens een strak dagritme laat werken, bidden en zingen. Vooral veel bidden en zingen. Er wordt geleefd volgens de Juliaanse tijdrekening. Hij ging er letterlijk terug in de tijd.

Hij herinnert zich de kloosterbibliotheek, waar hij met een brief van de Byzantijnse keizer Ioannes Tsimiskis in handen stond. De ondertekening in keizerlijk purper. Een magisch moment, maar hij voelt vooral nog de opluchting toen hij vanuit Daphne, het havenplaatsje van Athos, de boot terug nam naar de echte wereld. Weg uit de beklemming des Heeren. Leuke, bijna blote meisjes op het strand.

Foto: auteur

zondag, juli 12, 2020

Dienstmededeling



Een week geleden vertrok Warnaar naar het land der letteren, waar hij nu verdiept is in dromen en illusies. Ik heb begrepen dat het wel bevalt, maar dat er nogal wat volgers van dit weblog zijn, die zijn vertrek betreuren. Dat verheugt zowel Warnaar als mij. 

Daarom komt hij terug. Niet iedere dag, maar met enige regelmaat en als rubriek, je ziet binnenkort wat ik bedoel. Overigens is hij ook te vinden in mijn verhalenbundel IJzeren logica. Helaas alleen nog antiquarisch te krijgen. 

Hoewel, ik heb nog een paar exemplaren op zolder. Voor twaalf euro vijftig, inclusief verzendkosten. Als je er snel bij bent heb je misschien nog net een exemplaar. Bestellen kun je via keesklok(ad)hotmail.com.



zaterdag, juli 11, 2020

Heilige Wijsheid



Wij trouwden in de Agia Sofia.
Niet de beroemde,
de omstreden,
maar haar jongere zuster.

En toen je doodging hebben we je 
vanuit de Agia Sofia begraven.
Kerk, moskee, kerk,
geboren, geleefd, gestorven.

Men dient zich te hoeden
voor historische analogieën
doceerde mijn hoogleraar.

Dat was in de tijd
dat wij elkaar
nog niet hadden ontmoet.

Foto: auteur

dinsdag, juli 07, 2020

Een canon van de Dordtse geschiedenis



De discussie over de bezwaren voor en tegen een canon van de Nederlandse geschiedenis is indertijd uitgebreid gevoerd, waarbij onder meer werd gewezen op het gevaar dat aan zo'n canon een soort bevestiging van 'de Nederlandse identiteit' zou kunnen worden gekoppeld. Een identiteit die immers niet bestaat, al geloven populistische kringen van wel. Hij zou ook tot uitsluiting kunnen leiden van nieuwkomers in de samenleving of kunnen worden misbruikt voor een vorm van assimilatie. De canon is er gekomen, als richtlijn voor het onderwijs, en is inmiddels herzien, wat weer tot behoorlijk wat discussie heeft geleid. Dat is op zich prima. Niet voor niets stelt de (in Dordt geboren) historicus Pieter Geyl dat geschiedenis 'een discussie zonder einde is'. 

Ik ga de discussie over de wenselijkheid van een canon niet overdoen, het ding is er nu eenmaal, al zie ik niet goed in hoe al die vijftig vensters op het verleden in het onderwijs voldoende aan bod kunnen komen, want het geschiedenisonderwijs in Nederland wordt, zeker op scholen (zoals een prominente in onze stad) waarvan de 'managers' alleen de portemonnee van enig belang vinden, in de praktijk maar matig bedeeld. Hoe kun je het als zichzelf respecterende school in je hoofd halen om geschiedenis, waarvan iedere politicus roept dat het zo'n belangrijk vak is, nog maar één uurtje per week in de onderbouw aan te bieden? In het basisonderwijs zit geschiedenis vaak ingebakken in de merkwaardige combinatie 'wereldoriëntatie', waardoor er helemaal weinig van terecht komt. Mijn vroegere ervaringen als stagebegeleider van geschiedenisstudenten aan verschillende tweedegraads lerarenopleidingen stemmen mij niet optimistisch. Daar kun je met recht spreken van een dramatische, vakinhoudelijke verwaarlozing, tenzij er in de afgelopen jaren een wonderbaarlijke koerswijziging heeft plaatsgevonden. Ik heb er nog niet over gehoord, maar ik dwaal af, terug naar de canon.

Een positief punt is dat het opstellen van een canon dwingt tot nadenken over de geschiedenis, tot een discussie over wat er wel of niet in moet, wat uiteraard afhangt van de vragen die je aan de geschiedenis stelt. We weten dat iedere tijd zo zijn eigen vragen aan het verleden heeft, dat is ook een reden om zo'n canon van tijd tot tijd nog eens goed onder de loep te nemen. Dat geldt dus ook voor een Dordtse canon, waarover al jaren wordt gesproken, maar die er tot nu toe niet is gekomen. Het Historisch Informatiepunt Augustijnenhof gaat een voorstel voor een Dordtse canon doen en ik ben zeer benieuwd hoe dat er uit gaat zien. Ik heb wel enige gedachten over wat er in de Dordtse vensters zou moeten en ik ben benieuwd of het komende voorstel enigszins overeenkomt met mijn opvattingen als historicus. 

De uiteindelijke canon moet wel een zaak blijven van experts op het gebied van de Dordtse geschiedenis. Wat dat betreft ben ik blij met het initiatief van het Augustijnenhof. Bij dit soort projecten liggen provincialisme, lokaal chauvinisme en legendevorming namelijk altijd op de loer. De lokale politiek moet zich er daarom vooral niet mee bemoeien, evenmin als Dordrecht Marketing en aanverwante propagandaclubs, want met borstklopperij en mooie sprookjes is een Dordtse canon niet gediend. Ik verheug me op de komende discussie en hoop daar een nuttige bijdrage aan te kunnen leveren.

Foto: auteur 

maandag, juli 06, 2020

Veranderingen



Warnaar, dat familielid van me dat nogal op mij lijkt, is voorlopig vertrokken naar het land der letteren, die fraaie streek waar geen sprake is van anderhalve meter afstand houden en ander corona-ongerief. 

Of hij nog terugkeert op mijn weblog is ongewis, zeker is dat ik het vanaf nu weer overneem. Dat zal niet meer iedere dag zijn, maar gewoon wanneer het mij uitkomt. Ik ben namelijk druk bezig met geschiedkundig onderzoek, nu we weer, zij het met een paar beperkingen, in de archieven kunnen werken.

Het 'Boekenpraatje' op mijn Youtube-kanaal zal minder frequent worden want het is tijd voor verandering. Ik zal mij op Youtube meer gaan bezighouden met mijn vak, geschiedenis, of met actuele zaken waarover ik iets kwijt wil. Mijn boekbesprekingen worden voortaan bij voorkeur geplaatst op mijn geschiedenis & literatuur weblog. Ook zullen op dat weblog nu en dan artikelen verschijnen over literatuur, geschiedenis en aanverwante zaken. Een aantal is daar natuurlijk al te lezen.

We zien elkaar eerstdaags op deze of de aanverwante pagina. 

Foto: Archief Kees Klok



zondag, juli 05, 2020

Natuurwet



Hij moet verder met een opdracht die hij al te lang heeft laten liggen, maar het waait nog steeds veel te hard, nu en dan valt een bui en hij moet de was nog ophangen. Hij vraagt zich weleens af of grote historici als Thomas Carlyle, Johan Huizinga en Pieter Geyl ook hun eigen boodschappen moesten doen, hun potje koken, hun was ophangen, matten kloppen en de vaat wassen. Niet dat hij zichzelf een groot historicus vindt, al beoefent hij met plezier zijn vak, maar hij wordt soms te veel afgeleid door de noodzakelijke onnozelheden van vandaag de dag. 

Hij vraagt zich af wat voor lering uit de coronaramp valt te trekken. Hij heeft er een merkwaardig gevoel van urgentie aan overgehouden, dat voortkomt uit het besef dat er geen zekerheden bestaan, dat alles ineens anders kan zijn, dat het leven ongehoord kwetsbaar is. Dat je op het ene ogenblik gezellig met vrienden in de kroeg zit te borrelen terwijl even later een bizarre stilte over de gesloten stad daalt vanwege een onbekend virus. 

Waarom komen die pandemieën vrijwel allemaal uit het oosten, vraagt hij zich af. Bestaat er misschien een nog niet ontdekte natuurwet, zoiets als de wet van Buys Ballot? Hij moet op zoek naar de documenten voor die opdracht, maar eerst nog even de was.

Foto: auteur


zaterdag, juli 04, 2020

Heren XIX



Hij ziet met lede ogen aan hoe de wind de bloemenzee in zijn tuin geselt. De ene regenbui volgt de andere in snel tempo op. Herfst in juli. Hij voelt zich lusteloos. Er komt weinig werk uit zijn handen. Hij heeft het grootste deel van de ochtend verlummeld met, ja met wat eigenlijk? Koffie zetten en wat door de krant bladeren, zonder zin zich in het nieuws te verdiepen. De wereld draait toch wel door.

Hij verwacht bezoek. Een bevriend stel uit de hoofdstad. Een vakgenoot en zijn vrouw. Hij had zich verheugd op een mooie wandeling door de stad, het terras van de stamkroeg, ergens buiten eten. Ze kunnen het vergeten met dit weer en dan zitten ze ook nog met die anderhalve meter. Hij begrijpt ook wel dat je niet op elkaars lip moet gaan zitten, maar het gedram, de stelligheid waarmee de autoriteiten maar blijven hameren op wat hij gevoelsmatig overdreven vindt, daar wordt hij moe, chagrijnig en opstandig van. 

Waar hij ook moe, chagrijnig en een beetje ziek van wordt is het gedrein over het slavernijverleden, dat dweepzieke geroep om excuses. Hij is niet van plan om excuses te maken voor iets waar hij geen enkele schuld aan heeft. Ze zoeken op Google maar het nummer van de Heren XIX, kunnen ze die bellen.

Foto: Beeldbank Regionaal Archief Dordrecht, 552_331424 (West-Indisch Huis)


vrijdag, juli 03, 2020

Afgelast



Hij leest in de krant dat ook de Dordtse kerstmarkt is afgelast vanwege het coronavirus. Het lijkt hem een redelijk voorbarig besluit, al bedenkt hij dat hij eigenlijk geen idee heeft hoe lang van tevoren je moet beginnen met zoiets te organiseren. Er rust geen zegen op die markt. De laatste werd afgelast vanwege harde wind. De tweede dag bleef die wind weg. 

Hij denkt dat dit weleens het definitieve einde van het fenomeen zou kunnen zijn, althans in Dordrecht. Zeker als dat merkwaardige, anderhalve-meter-dictaat nog steeds van kracht zou zijn. Hij wil nu eindelijk weleens van een deskundige een stevige, wetenschappelijke onderbouwing van die anderhalve meter horen. Hij vindt het nogal onlogisch dat je wel met zijn vieren in een auto mag zitten, maar dat je zodra je uitstapt ineens die afstand moet bewaren. Hij is bang dat het een mantra wordt, een wonderlijk soort fetisjisme, resultaat van een Haagse tunnelvisie.

Aanstaande zondag wordt in Dordt gedemonstreerd tegen de coronamaatschappij. Hij begrijpt de bezwaren, maar hij doet niet mee. Hij ziet bij de organisatie vooral de usual suspects, het groepje beroepsactivisten dat overal opduikt als ergens voor, maar vooral tegen, moet worden geschreeuwd. Hij is uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje. Dat lijkt hem een prettiger tijdverdrijf. 'We houden het dit keer wel in kleine kring', vermeldt de invitatie. 

Foto: auteur


donderdag, juli 02, 2020

Handdrukken



Hij impregneert zijn regenjack. Het was allang geen regenjack meer. In plaats van naar de stomerij te fietsen heeft hij het een keer in de was gedaan. Het weer is te fris en te nat naar zijn smaak. Hij denkt aan Cyprus, maar daar is het 's zomers te heet. Bovendien wil hij nog niet vliegen. Opgepropt in een enge sigaar, met urenlang zo'n akelig masker op. Het lijkt hem een marteling.

Hij bladert in de foto-albums die zijn vrouw heeft nagelaten. Toen ze jaren geleden op Cyprus waren, ontmoetten ze een oude kennis van haar, die ze als studente had ontmoet. Een studentenreis, waarbij ze werden ontvangen door aartsbisschop Makarios, de eerste president van het land. Er zijn foto's van gemaakt. Twee handdrukken verwijderd van een historische figuur. Hij kent iemand wiens ex-vrouw ooit als zuigeling op de schoot van Adolf Hitler heeft gezeten. Drie handdrukken. Haar vader was een hoge bij de Kriegsmarine. Na de oorlog werd hij door de Amerikanen als gewaardeerde collega ingezet bij het mijnenruimen. 

Niet lang na de studentenreis vielen de Turken Cyprus binnen, om er tot vandaag de dag te blijven. De kennis bracht hen naar de bestandslijn. Hij mocht erover, zijn vrouw en de kennis niet, vanwege hun Griekse en Cypriotische paspoorten. Hij ging niet. Te veel uniformen en vlagvertoon.

Foto: archief auteur

woensdag, juli 01, 2020

Dode zomer



Normaal gesproken zou hij zich nu verheugen op de Dordtse boekenmarkt van aanstaande zondag. De op één na grootste van het land, wordt er altijd bij gezegd. Dat zal hem eerlijk gezegd een worst zijn. Het gaat hem niet om de omvang, maar om de kans dat ene boek te ontdekken waarnaar hij al jaren op zoek is, die speld in de hooiberg. Het gaat hem niet om het kopen van veel boeken, hij heeft er eigenlijk al veel te veel, de kasten puilen uit, het gaat hem om het zoeken. Voorwaarde is wel dat het mooi weer is, maar dat geldt voor elk evenement in de buitenlucht.

Hij herinnert zich het bezoek van een bevriende, Engelse dichteres en haar gezin. Hij had een vaartochtje geregeld door de Dordtse havens. In een open boot. Hij was 's morgens chagrijnig opgestaan. Het bleek zwaar bewolkt, er dreigde regen. Hij zag het tochtje al letterlijk in het water vallen. Het waren zorgen om niets. Er vielen buien genoeg, maar net niet in het uur dat ze door de havens dobberden. 

Veel kans dat de boekenmarkt dit weekeinde verregent is er niet. Vanwege het virus afgelast, net als alle andere festivals. Het wordt een dode zomer in 'de festivalstad van Nederland'. Gelukkig kun je nog wel door de havens gaan varen.

Foto: auteur