Ferdinand belt voor een praatje. Hij vertelt dat hij ondanks het mooie weer een paraplu meeneemt als hij naar buiten gaat. 'Je hebt van die gekken die nog steeds vlakbij je gaan staan. Kan ik ze op afstand houden.' Hij kijkt vanaf de veranda over zijn tuin. Het onkruid is grotendeels gewied, wat gesnoeid moest worden is gesnoeid, op de rozen na. 'Die rotstekels,' denkt hij, 'maar als ze straks bloeien is het wel de moeite waard.' Hij is verkwikt opgestaan, ondanks het feestje, gisteravond.
Het kostte enige voorbereiding. Bij de slijter stond een zenuwachtige mevrouw bij de deur. 'Niet meer dan drie mensen binnen, hoor, wilt u hier even wachten?' Hij wachtte in het zonnetje. Binnen nam een mevrouw de tijd. Eerst met uitzoeken van haar flessen, die daarna ook nog in cadeauverpakking moesten. 'Ach,' dacht hij, 'het feest begint niet voor negen uur.' Toen ze vertrok wenkte de zenuwachtige mevrouw hem naar binnen.
Thuis pakte hij zijn boodschappentrolley uit. De calvados in de bar, de wijnflessen in het rek. Daarna zette hij zijn laptop aan. Hij volgde de instructies. Zoom, heet het programma. Het was even tobben, maar het lukte. 's Avonds zat hij op de afgesproken tijd voor het scherm. Iedereen was er. Ze schonken de glazen vol. Ze proostten op een gezellige avond.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten