Vandaag tweehonderddertig jaar geleden, in 1790, werd het Departement Dordrecht van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen opgericht. In de jaren tachtig van de vorige eeuw is het opgeheven. Evenals de Culturele Raad Dordrecht. Die Raad was een van de beste dingen die Dordrecht op cultureel gebied is overkomen, vindt hij. Opgericht in 1968. Hij was er zijdelings bij betrokken. Hij schreef voor het door de Raad opgezette jongerenblad BIJ. Zijn eerste betaalde 'baantje', want je kreeg een tientje per artikel en daar bovenop een dubbeltje per regel. De medewerkers schreven zich daarom een ongeluk. Hoe langer, hoe voordeliger, al dacht de redactie daar weleens anders over.
Door 'Het Nut' is, net als door de Culturele Raad, veel tot stand gebracht. Er is weinig van overgebleven. Het kortstondig succes van de Departementsschool, het kortstondig succes van de eerste Volksuniversiteit, het kortstondig succes van BIJ, het kortstondig succes van het Minitheater, het kortstondig succes van het literair tijdschrift De Fonteijne. Toch hield Het Nut het bijna twee eeuwen vol, de Culturele Raad vijftien jaar. Toen vond de gemeenteraad het welletjes.
Dordrecht en cultuur. Hij moet niet zo negatief denken, vindt hij, er zijn ook instellingen in de stad met langduriger succes. Poppodium Bibelot, Bobby Kinghe, het Dordrechts Museum. Hij maakt zich zorgen of ze de pandemie zullen overleven.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten