Hij hoort kinderstemmen op het schoolplein. Het eerste stapje naar de uitgang van de tunnel is genomen. Eindelijk gaat de zondagsstilte na zoveel weken een beetje over. Hij is een stadsmens, het moet af en toe bruisen om hem heen. Als jongen ging hij 's zomers vaak logeren bij een oom en tante, op een boerderij in de polder, achter 's Gravendeel. De naaste buurman zat een kilometer of twee verderop. Hij vond het er heerlijk. Voor een paar weken.
Zijn neef en nichtjes moesten 's winters uren door weer en wind fietsen naar de middelbare school in Dordrecht. De Kiltunnel was er nog niet, ze moesten met een pontveer de Dordtse Kil over en de hele stad door naar de Noordendijk. Openbaar vervoer was te ver van huis om van nut te zijn.
Het openbaar vervoer, mondmaskers. Nee, dus. Hij wil er eigenlijk niet aan, maar hij heeft stiekem op internet gezocht naar een tweedehands autootje. Rente krijg je niet meer bij de bank, het geld dat hij uitspaart met thuiszitten kan hij beter uitgeven. Hij slaagde indertijd in één keer voor zijn rijbewijs. Na een lesje of vier, vijf. Geen kunst als je vanaf je zestiende iedere zomer op een tractor reed. Hij gaf toen als schoolmeester verkeersles. Toch is hij er een beetje trots op.
Foto: archief auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten