zondag, mei 24, 2020

Calvinistische doem



Gerard Reve schreef iets in de trant van dat een schrijver na zijn dood nog een jaar of tien wordt gelezen, dat daarna een straat naar hem wordt genoemd en dat hij vervolgens wordt vergeten. Hij eindigt met: 'Niemand weet toch meer wie Tweede van der Helst is?'

Warnaar vraagt zich af of iemand van de jongere generatie nog weet wie Simon Carmiggelt is. Dat komt door het grauwe weer deze zondagmorgen. In een van zijn columns, Kronkels genaamd, sprak Carmiggelt over dit soort zondagsweer als 'de calvinistische doem'. P., zijn jong gestorven studiemaat, was een Carmiggeltbewonderaar. Op zondagmiddagen gingen ze regelmatig naar een cafĂ© aan de rivier. Bij somber weer zuchtte P. dan met het nodige gevoel voor dramatiek dat hij leed onder de calvinistische doem.

Carmiggelt deed zijn inspiratie vaak op in de kroeg. 'Goed dat er toen geen corona was', denkt hij, 'de man zou er onderdoor zijn gegaan'. Hij schreef ruim tienduizend Kronkels en kreeg in verschillende steden een straat, maar niet in Dordrecht. Hij werd echter na z'n dood al snel niet meer gelezen. In zijn honderdste geboortejaar eerde uitgeverij Van Oorschot hem met een chronologische bundeling van honderd Kronkels: Carmiggelt gedundrukt. Prachtige verhalen, maar in een vreemd smal formaat dat somber maakt. Hij vindt het tijd dat de kroegen weer open gaan.


Geen opmerkingen: