Even dacht hij klaar te zijn met de tuin, maar met een tuin ben je natuurlijk nooit klaar. Hij ziet nog een paar planten die de natte winter niet hebben overleefd. Hij denkt aan de mooie serie columns van Gerbrand Bakker in Trouw, onder de titel Een tuin in de Eifel. Hij vraagt zich af waarom hij daarmee is gestopt. Hij vraagt zich ook af waarom Rob Schouten en Wim Boevink moesten stoppen toen ze de pensioengerechtigde leeftijd bereikten. Schrijvers gaan toch nooit met pensioen? Hij vreest dat het een vaak storend aanwezige vernieuwingsdrang is, waarover Frans Erens (1857-1935) schreef in Vervlogen jaren:
Ik geloof, dat de tegenwoordige veranderingszucht, die in alle mensengroepen is doorgedrongen, weinig tot het geluk zal bijdragen, misschien wel de grootste bewerker van ongeluk zal zijn.
Hij denkt aan de coronadecreten van het kabinet. Aan de anderhalve-meter-maatschappij. Aan het gebrek aan realisme, aan al die verschrikkelijke veranderingen die niemand wil, aan wat er allemaal mis dreigt te gaan. Aan het idiote idee van 'het nieuwe normaal'. Onheilsprofeten voorspellen zelfs dat driekwart van de kroegen, de restaurants, de musea en de theaters binnen afzienbare tijd failliet zullen gaan. Hij vreest ook voor zijn favoriete voetbalclub. Wat is een samenleving nog waard, vraagt hij zich af, als je alleen nog maar van je tuin kunt genieten?
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten