Een oud-collega fietst even langs voor koffie. Ze zitten in de tuin, met zicht op het loom wapperend wasgoed. Het is zijn gewoonte op zaterdag de was te doen. Hoe ouder hij wordt, hoe meer hij op zijn grootvader gaat lijken. Toen hij jong was lachte hij weleens om de man. Stipt om twaalf uur schonk opa zich een oude jenever in. Stipt om half één moest de lunch op tafel. Stipt om vijf uur dronk hij een tweede borrel en om zes uur wilde hij zijn avondeten.
Ze hebben het, al willen ze het onderwerp eigenlijk vermijden, over de coronaramp. De oud-collega heeft zijn krantenabonnement opgezegd. Vanwege de coronaberichtgeving. Ook luistert hij niet meer naar de radio. Hij mijdt op televisie het nieuws en de praatprogramma's. 'Alleen naar Mondo kijk ik nog', zegt hij. Dat begrijpt hij wel. Hij voelt langzamerhand ook een coronanieuwsallergie opkomen. Wordt hij net een beetje blij van de aangekondigde versoepelingen, leest hij weer een stuk over hoogleraren die een nog grotere ramp voorspellen.
Bij sommig nieuws gaat zijn bloed koken. Zoals bij het voorstel van D'66 in Amsterdam om ouderen uit de horeca te weren. D'66, een partij die volgens hem voor geen meter deugt: ideologieloos en achteloos bereid nog maar eens een grondrecht opzij te schuiven. Iets om niet te vergeten.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten