zondag, juni 21, 2020

Nobelprijs



Op bladzijde 23 van het Geheim Dagboek 1981-1982 van Hans Warren leest hij: 'Nieuwgrieks is net zo ontoegankelijk als Nederlands, niettemin wordt Kavafis overal hoog geschat'. Hij vraagt zich af hoe het komt dat de Nobelprijs voor literatuur nog nooit naar iemand is gegaan die in het Nederlands schrijft. Ieder jaar zijn er weer hoog gespannen verwachtingen, jarenlang werden Hugo Claus en Harry Mulisch gezien als potentiële kandidaten. Door Hollanders, denkt hij er meteen bij. 

Hij denkt ook aan een andere uitspraak van Warren, in Geheim Dagboek 1984-1987: 'Tenslotte is de hele Nederlandse literatuur niet meer dan een binnentuin in een provinciestad'. Zijn eigen provinciestad kent enkele fraaie binnentuinen. Bezit van een handjevol inwoners. Eentje is er openbaar, van een lunchroom, maar daar kan voorlopig nauwelijks iemand zitten door de coronanarigheid. 

Hij vindt het overheidsbeleid om de Nederlandse cultuur in het buitenland te bevorderen nogal belabberd. Hij herinnert zich nog de vaderlandse benepenheid die leidde tot de sluiting van het Nederlands Instituut in Parijs. Een organisatie als de British Council is ondenkbaar in het landje van kooplieden en dominees, maar wat doen de Grieken dan om hun schrijvers in het buitenland aan te prijzen, vraagt hij zich af. Zeker is dat hij in Griekenland niet stuit op een meewarige glimlach als hij vertelt weleens een gedicht te schrijven.

Foto: auteur (schrijfster Leen Raats leest voor in galerie De Compagnie te Dordrecht)


Geen opmerkingen: