Hij is gisteren even naar het terras van de stamkroeg geweest. Hij wil niet direct beweren dat het aanvoelde als een soort bevrijding, maar wel als een opluchting. Langzaam gaat het richting normaal. Niet 'het nieuwe normaal', wat hij een misleidende en populistische term vindt, maar het normaal van voor de coronaramp. Het was niet druk, ondanks het mooie weer. Er werd wat lacherig gedaan over het afstand houden, maar toch hield iedereen zich als een braaf schoolklasje aan de regels. 'Voor zolang als het duurt', dacht hij, toen hij na een paar biertjes naar huis fietste.
'Doe ik het wel of niet', vraagt hij zich af. De tuin heeft hard water nodig, maar er zijn buien voorspeld. Hij zet voor de zekerheid de regenton open, maar besluit eerst de fiets naar het stadion te nemen om zijn seizoenkaart te bestellen. Hij denkt aan dichter Kees Buddingh', de man die nog vaak wordt uitgemaakt voor Cees. Vooral door journalisten die nooit de moeite namen zijn dagboeken of biografie te lezen. Buddingh', oud-speler van DFC, was met grote regelmaat te vinden in het FC Dordrecht stadion.
Dichters en voetbal. Je vindt het of een geweldige combinatie, of je vindt het niets. Leve het bruine monster! Hij vindt dat het hoog tijd wordt voor een uitgave van Buddingh's verzameld proza.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten