vrijdag, april 03, 2020

Snaveldragers



Vanmorgen ziet hij in de stad de eerste mensen met een mondkapje op. Hij vindt het een luguber gezicht. Zo iemand is óf besmet, en heeft dan op straat niets te zoeken, óf niet goed snik. Hij hoort het die man van het RIVM pas nog uitleggen. Dat zo'n ding weinig zin heeft omdat de meeste virussen er dwars doorheen gaan, of zich als een virusbom ophopen voor je mond. Bij onkundig gebruik kunnen ze juist gevaarlijk zijn en eerder tot besmetting leiden. Ze geven een misplaatst gevoel van veiligheid. Mondkapjes, uitsluitend van een speciaal type, hebben alleen zin in het ziekenhuis. 

'Natuurlijk kijk ik uit, maar de mensen doen er zo vreselijk spastisch over, soms trek ik dat niet meer,' klaagt een vrouw bij de slager. De slager is het met haar eens. Hij is het altijd met zijn klanten eens. Hij kijkt erbij alsof hij het meent. Op school leerde hij dat bij pestepidemieën snavelvormige maskers met kruiden werden gedragen, als bescherming tegen schadelijke dampen. Een fabel, maar als het waar was geweest even zinloos als mondkapjes. Hij luistert liever naar de deskundigen, al weten die ook niet alles.

Op Facebook beweert iemand stellig dat het virus alleen gevaarlijk is in combinatie met een 5G-netwerk. 'Weer zo'n snaveldrager,' denkt hij, 'idioten ontloop je ook werkelijk nergens.'

Afbeelding: Michel Serre - ‘La Tourette’, 1720. Atger Museum, Montpellier.




Geen opmerkingen: