Koningsdag. Meestal zorgt hij op deze dag in het buitenland te zijn. Hij houdt van een feestje, maar niet zo van dit. Al dat oranje op straat vindt hij maar pijnlijk voor zijn ogen en hij is allergisch voor opblaaskronen. Hoe debiel kun je zijn? Hij gunt het kaas- en broodvolk zijn feest, dan steekt het tenminste geen zendmasten in de fik, maar hij hoeft er niet bij te zijn. Dan is zijn tuin vandaag maar het buitenland, het is niet anders. Gelukkig werkt het weer mee.
Iemand heeft bedacht dat koningsdag vandaag woningsdag heet. Hij vindt het een mislukte flodder uit de koker van een derderangs reclamebureau. Iets in de trant van: 'Eet kaas van Verkerk, dan word je sterk!' Het niveau van een opblaaskroon.
Hij schenkt zich een kop koffie in, gaat op zijn veranda zitten, steekt een sigaartje op en staart somber de toekomst in. Hij wil vanmiddag naar de kroeg, hij wil vanavond met vrienden uit eten en hij wil niet denken aan de anderhalve-meter-maatschappij. Een illusie waarin je niet kunt leven. Hij denkt aan zijn oude hoogleraar staatsrecht. De nadruk die hij legde op de grondrechten. Dat tot vereniging en vergadering, gaat het door hem heen, en tot eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Hij vraagt zich af hoe virusbestendig grondrechten eigenlijk wel zijn.
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten