De coronacrisis duurt al meer dan drie maanden. Morgen worden weer allerlei noodmaatregelen versoepeld, maar toch voelt hij het virus als een voortdurende dreiging op de achtergrond. Niet zozeer de kans op besmetting, die acht hij niet zo groot, maar wat de pandemie allemaal nog in maatschappij en economie teweeg gaat brengen.
Vaak heeft hij zich hardop verbaasd over het opzij schuiven van grondrechten, over het ondoordachte opsluiten van mensen in verzorgings- en verpleegtehuizen, over de ontstellende onvoorbereidheid van de overheid, die jaren bezuinigde op de zorg en alle waarschuwingen tegen pandemieën negeerde. Hij verbaast zich het meest over de hypocrisie van de regeringscoalitie: de mond vol over 'de helden van de zorg', maar geen cent salaris erbij. Hij denkt aan een oude reclame van Zeeuws Meisje, over die cent. Zelfs 'het kwartje van Kok' rolt door zijn gedachten.
Hij vraagt zich af of de jongere generaties weet hebben van dat kwartje. Het is net als met de afbraak van het oude postkantoor in Dordrecht, waarover de oudere generaties zich tot vervelens toe opwinden. De jongeren hebben er geen flauw idee van. Zo zal het ook wel gaan met de wonden die de op geen enkel wetenschappelijk bewijs stoelende 'één meter vijftig afstand' in de samenleving slaat. Over vijftig jaar schrappen ze dat trauma gewoon uit de geschiedeniscanon.
Foto: Beeldbank Regionaal Archief Dordrecht: 552_323033